In de Tweede Wereldoorlog bouwden de Duitse bezetter in de Westduinen een schijnvliegveld. Dit had als doel om de geallieerden bij hun bombardementen op een dwaalspoor te brengen en zo de echte vliegvelden te ontzien.
Ze maakten een strook van 80 meter breed en 750 meter lang vlak. Er kwam een drainagesysteem en baanverlichting. Een railsysteem met verlichting simuleerde taxiënde vliegtuigen. Houten vliegtuigen en nep hangars maakten deel uit van het geheel. Zodra de Engelsen dit na een paar jaar door hadden, kwam er een ironisch antwoord: ze bombardeerden het vliegveld met houten bommen.
De gewapende betonnen palen (veelal begroeid met geel korstmos) zijn nog een aandenken uit de oorlog. Vanuit de lucht is ook de voormalige landingsbaan nog goed te zien.